‘Het goede’ doen bij het ontwerp en gebruik van technologie voor mensen met een beperking
Iedereen kan bijdragen aan het verantwoord inzetten van technologie: zorgprofessionals, cliënten, managers, techneuten, beleidsmakers, et cetera. Maar wat kun je doen als je ‘het goede’ wil doen bij het ontwerp en gebruik van technologie voor mensen met een beperking?
Zes organisaties deden onderzoek naar deze vraag, uitgevoerd binnen de Innovatie Impuls 1, een programma van Vilans in samenwerking met Academy Het Dorp. Het onderzoek had een kwalitatieve opzet, waarbij gebruik werd gemaakt van de Aanpak Begeleidingsethiek (ABE) om data te verzamelen. In totaal werden er drie ABE workshops van 3,5 uur gehouden met meerdere belanghebbenden door getrainde moderatoren van ECP.
De casussen die werden gebruikt voor de workshops waren; De ontwikkeling van de Kookapp voor groepen, het gebruik van de SignaLeren app, en het gebruik van sociale robot SARA. Meer informatie over de casussen.
Het onderzoek illustreert dat de ABE een waardevolle en laagdrempelige methode kan zijn om inzicht te krijgen in positieve en negatieve effecten en waarden van verschillende belanghebbenden die worden beïnvloed bij het gebruik van een specifieke technologie. Daarnaast biedt de ABE inzicht in handelingsopties voor verantwoorde digitale zorg.
De bottom-up benadering is volgens het onderzoek een sterk punt van de ABE, omdat het belangrijke onderwerpen aan het licht brengt, zoals werktevredenheid of het plezier van de persoon met een verstandelijke beperking. Die onderwerpen kunnen gemist worden wanneer in plaats daarvan een ethische theorie wordt toegepast op een casus.
In de infographic zijn de kernboodschap en de belangrijkste onderzoeksresultaten in tekst en beeld weergegeven. Het volledige wetenschappelijke artikel is te lezen via deze link. Meer informatie over het onderzoek is te lezen via deze link.