×

Op donderdag 2 juni jl. vond de Werkconferentie ‘Ethiek & Digitalisering in de zorg’ plaats, georganiseerd door de Regionale samenwerkingsorganisaties Connect4Care en Sleutelnet in samenwerking met ECP. Centraal tijdens de werkconferentie stond de vraag hoe je ethisch verantwoord digitalisering toepast in de zorg. Hoe ga je om met data van burgers, benut je kansen van digitaal monitoren en voorkom je dat mensen buiten de boot vallen?

Tijdens het plenair programma nam prof. dr. ir. Peter-Paul Verbeek (TU Twente) ons mee in hoe begeleidingsethiek werkt. Ildikó Vajda (Patiëntenfederatie Nederland) ging nader in op voorbeelden van ethische dilemma’s door het gebruik van kunstmatige intelligentie in de zorg. En Jos van der Bij (VWS) en Mélodie Bernaux (Frans ministerie voor Solidariteit en Gezondheid) vertelden meer over de Europese wetgeving rondom digitale ethiek. In de break-out sessies werkten deelnemers zelf concrete casussen uit met behulp van de Aanpak begeleidingsethiek onder begeleiding van moderatoren prof. dr. ir. Peter-Paul Verbeek, dr. ir. Daniël Tijink en drs. Edwin Borst.

De middag werd geopend door Henk Gerla, Directeur Zorg en Zekerheid. Hij benadrukte het belang van samenwerking in de regio. De werkconferentie biedt een goede gelegenheid om in regionaal samenwerkingsverband, vanuit de werkvloer, te zoeken naar en reflecteren op digitale oplossingen in de zorg. Gerla stipte enkele ethische kwesties aan zoals de ‘vendor lock-in’, hoge prijzen van leveranciers voor zorginstellingen, maar ook privacy voor cliënten en de soms negatieve effecten van kunstmatige intelligentie zoals discriminatie. Hij benadrukte het belang van het erkennen van de vele perspectieven. Want wellicht moeten we met kunstmatige intelligente juist wél differentiëren. Bijvoorbeeld op gender, zodat we behandelingen kunnen aanpassen op het individu.

Prof. dr. ir. Peter-Paul Verbeek verzorgde als key note spreker de plenaire sessie. Hoe kunnen we kijken naar techniek in de zorg? De warmte van de zorg rijmt niet altijd met de ervaren kilheid van technologie. Echter, technologie kan juist ook worden ingezet om de zorg voor een cliënt te optimaliseren, zolang je je maar bewust bent van de impact van technologie op mensen.

Key note bijdrage van prof. dr. ir. Peter-Paul Verbeek

De Aanpak Begeleidingsethiek is een manier van denken over ethische vragen rondom techniek, die zich primair richt op het verantwoord gebruiken van technologie in de maatschappij. Daarbij gaat het er niet om een oordeel te vellen over techniek, maar om de vraag hoe we een technologie op een goede manier kunnen inbedden. Techniek is tenslotte niet slechts een middel, maar beïnvloedt ons ook. Wat betekent bijvoorbeeld een patiëntenportaal voor de rol van een huisarts en de relatie tussen huisarts en patiënt? Als we technologie op een goede manier inbedden, kan het juist kernwaarden in de zorg overeind houden. Kunstmatige intelligentie, bijvoorbeeld, stelt ons ook in staat behandelingen toe te spitsen op het individu.

Met techniek ontstaan nieuwe verantwoordelijkheden; het grijpt op een hele nieuwe manier in op de zorg. Ga naast die techniek staan en probeer met elkaar na te denken over wat die techniek voor invloed heeft op mensen. Word je bewust van kernwaarden en verbind van daaruit met techniek. En van onderop: laat de professionals aan het woord!

Break-out sessies – Technologie in context
De break-out sessies waren ingevuld met workshops waarin de deelnemers zelf met de Aanpak Begeleidingsethiek een concrete casus uitwerkten. De Aanpak Begeleidingsethiek is een concrete aanpak waarin betrokkenen met elkaar in dialoog gaan over de effecten van de nieuwe technologie én de waarden die daarbij in het geding (kunnen) komen.  Verdeeld over drie groepen werd nagedacht over de betrokken actoren bij de betreffende technologie, de positieve en negatieve effecten van de toepassing ervan en de daarbij behorende waarden. Tot slot werd nagedacht over de handelingsopties met betrekking tot mens, omgeving en (implementatie van) de technologie, om de geïdentificeerde waarden te borgen. De actieve participatie en het enthousiasme van de deelnemers heeft originele handelingsopties opgeleverd met aanknopingspunten voor mooie vervolgstappen! 

Break-out sessie


Groep 1.  Casus: ‘Zelfmetingen door de patiënt – moderator prof. dr. ir. Peter-Paul Verbeek
Patiënten krijgen zelfmeetapparatuur mee naar huis vanuit het ziekenhuis. Ze meten bijvoorbeeld zelf hun bloeddruk, hartslag, bloedsuiker en hoeven zo minder vaak naar het ziekenhuis. Dat is beter voor patiënten en hun artsen, is de gedachte. Maar is dat ook zo? Als de waarden niet goed zijn, gaan patiënten zich misschien juist meer zorgen maken. Daarnaast confronteert het zelfmeten hen steeds met hun ziekte. Voelen ze zich daar echt beter bij? De arts die de waarden op zijn computer binnenkrijgt, ziet de patiënt minder vaak. Kunnen we echt vertrouwen op die cijfers en is de arts eigenlijk wel een datavreter?

Groep 2. Casus: ‘Cameratoezicht in het verpleeghuis’ – moderator drs. Edwin Borst
Met cameratoezicht willen we met minder zorgmedewerkers toezicht kunnen houden en denken we betere zorg op maat te bieden. En kunnen we zelfs misschien het gedrag van de cliënten voorspellen. Maar willen zorgverleners wel als veiligheidsbewakers achter schermen zitten? Zelfs als de camera’s niet altijd aan staan, worden we dan niet verleid om af en toe toch een kijkje te nemen? Patiënten en hun mantelzorgers voelen zich mogelijk veiliger met adequaat toezicht, maar wat als cliënten hun bed willen delen met iemand? Kunnen we dan de camera uitzetten en wat betekent dat voor de zorgverleners?


Groep 3. Casus: ‘Medicatie en digitale toedienlijst’ – moderator dr. ir. Daniël Tijink
In de thuiszorg reiken zorgverleners vaak de medicatie aan omdat de cliënt dat zelf niet meer goed kan. Zij geven dan in een digitale lijst aan dat die medicatie is toegediend. De apotheker is voor die lijst verantwoordelijk. Maar het komt steeds vaker voor dat anderen zelfzorgmiddelen of medicatie op die lijst zetten die de apotheek niet zelf verstrekt heeft. Wie is er verantwoordelijk als er een geneesmiddel opstaat waarvan bijvoorbeeld het recept ontbreekt of de dosering anders is? Nu vitamine D mogelijk uit de basisverzekering gaat, zal de discussie hierover verder toenemen. Hoe pakken we dit nu aan?